Een gebrek aan vitamine K wordt heel vaak over het hoofd gezien, omdat zelfs een typisch westers voedingspatroon voldoende vitamine K levert voor een normale bloedstolling, maar dat is niet per se voldoende voor alle andere lichaamsfuncties. Veel mensen hebben bovendien een verhoogde behoefte aan vitamine K, onder andere door een verstoorde darmflora, chronische ontsteking en het gebruik van bepaalde medicijnen.
Vitamine K1 en K2
Vitamine K is niet één stof, maar een groep van verschillende “naftoquinonen” die in de voeding en in het lichaam voorkomen in twee hoofdvormen: vitamine K1 (fylloquinon) en verschillende vormen van vitamine K2 (menaquinonen of MK’s, zoals MK-4 en MK-7).
Vitamine K1 zit voornamelijk in planten en is de vorm die we het meeste innemen via de voeding. De rijkste voedingsbronnen zijn groene bladgroenten zoals spinazie en boerenkool.
In ons lichaam kan vitamine K1 omgezet worden in vitamine K2. De darmbacteriën kunnen verschillende soorten MK’s aanmaken en onze eigen cellen kunnen MK-4 aanmaken.
Gefermenteerde voedingsmiddelen en dierlijke producten leveren al voorgevormde vitamine K2.