Problemen met de bloedsuikerspiegel bij autisme

Heel veel kinderen en volwassenen met autisme hebben problemen met het op peil houden van de bloedsuikerspiegel. Zowel een te hoge, een te lage als een te sterk schommelende bloedsuikerspiegel kan de werking van de hersenen verstoren.
Autisme anders bekeken
Autisme

Een te hoge bloedsuikerspiegel

Een chronisch te hoge bloedsuikerspiegel (te veel glucose in het bloed, hyperglycemie) is heel schadelijk voor je lichaam. Het kan uiteenlopende lichaamsfuncties verstoren, vooral de werking van het zenuwstelsel en de hersenen, het hormonaal systeem en het immuunsysteem. Dat kan alle hersenfuncties ontregelen.

De suikerstofwisseling of het glucosemetabolisme (hoe suiker opgenomen en verwerkt wordt in het lichaam) is een ingenieus systeem dat ervoor zorgt dat de bloedsuikerspiegel altijd op peil blijft. Het is vooral afgestemd op een gebrek aan glucose (tijdens perioden dat er weinig voedsel beschikbaar is). Bij een constante aanvoer van voedsel moet het lichaam echter maatregelen nemen om de bloedvaten, de organen en de hersenen te beschermen tegen te veel glucose. Het doet dat vooral door glucose op te slaan als vet (dat minder schadelijk is) en door de gevoeligheid van de cellen voor insuline te verlagen. Insuline is het hormoon dat helpt om glucose in de cellen op te nemen, zodat ze energie kunnen aanmaken.

 

Autisme anders bekeken

Wil je meer weten?

Boek referentie
, Pagina
Pagina number
74
Bekijk het boek